The Time Machine van Jules Verne is misschien wel één van de meest bekende tijdreisverhalen en is al diverse malen verfilmd. De versie uit 2002 wist maar weinig indruk op me te maken en ik vroeg me af of deze (oudere) versie beter zou zijn. Net als het onderwerp van de film is dit een reis terug in de tijd. Een tijd waarin films nog op een andere manier werden gemaakt ten opzichte van tegenwoordig.
Dat merk je al meteen aan het feit dat een groot gedeelte van de film is opgenomen in de studio met een set die me sterk deed denken aan wat je ook in Mary Poppins ziet. Dat geeft het iets nostalgisch, maar het past perfect bij deze film. Het verhaal draait om uitvinder H.G.Wells (Rod Taylor) die beweert een tijdreismachine te hebben gemaakt. Z’n vrienden geloven hem niet, maar hij besluit de machine uit te proberen. Eerst slechts een korte tijd de toekomst in, maar uiteindelijk komt hij terecht in een maatschappij die compleet anders is. Kennis lijkt niet meer belangrijk en de mensen die er zijn geven ook weinig om het lot van anderen. Wells redt Weena (Yvette Mimieux) van een verdrinkingsdood en leert hij langzaam meer over wat er zich allemaal afspeelt en dat er een groot gevaar bestaat. Wanneer zijn machine verdwijnt moet hij hem weer terug zien te krijgen en heeft daar de hulp van de onwillige mensen om hem heen nodig.
The Time Machine is een product van zijn tijd waarin de angst voor een nucleaire oorlog bijvoorbeeld naar voren komt. Het acteerwerk is niet overal even sterk (zo is Yvette Mimieux weinig overtuigend), maar de film heeft een goed gevoel van avontuur. De effecten en kostuums zijn sterk gedateerd, maar als je daar voorbij kan kijken dan weet The Time Machine toch voldoende vermaak te bieden.
Pingback: Top 10 Tijdreisfilms - De Filmkijker