Alhoewel ik tegenwoordig meer films kijk dan dat ik tijd aan games besteed, waren games m’n eerste liefde op het gebied van entertainment. M’n vader was altijd erg geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen en daar plukte ik als klein jongetje ook de vruchten van. Het begon allemaal met een Pong machine die van de (inmiddels verdwenen) winkelketen Tandy kwam. Ik heb toen heel wat tennis gespeeld op een zwart-wit TV. De volgende machine was een Atari 2600 en daar heb ik heel wat jaartjes plezier van gehad. De machines volgden elkaar in hoog tempo op (MSX, MSX2 en Commodore 64) en dat betekende ook dat ik telkens weer de nieuwste games kon spelen. Ik heb aan die machines nog wel wat herinneringen overgehouden, maar het was de Amiga 500 die enorm veel indruk op me maakte.
Dit was een machine waarvan de games leken op die in de speelhal en waar je ook 3d-spellen op kon spelen. Ik weet niet hoeveel tijd ik heb besteed aan de vluchtsimulator F/A-18 Interceptor, waarbij je van een vliegdekschip kon opstijgen, onder bruggen en langs gebouwen kon vliegen (en ja, ook missies kon doen). Dat geldt ook voor Indianapolis 500, waar ik races probeerde te winnen door tegen de richting in te rijden en alle tegenstanders uit te schakelen (oval racen is namelijk verder niet echt leuk). Celica GT Rally was ik ook een enorm fan van omdat de auto werkende ruitenwissers had en je het gevoel had dat de auto weggleed in bochten. En zo kan ik nog veel meer voorbeelden noemen.
Het was een machine waar ik veel plezier aan heb beleefd en die ook regelmatig technische hoogstandjes liet zien in de vorm van demo’s voor gekraakte spellen, wat destijds ook een enorme scene was. En dan was er de Red Sector demomaker, waarmee je zelf, zonder programmeerkennis indrukwekkende beelden kon maken. Ik heb het zelfs tijdens m’n studie nog gebruikt voor een video als achtergrond bij een presentatie (die uiteindelijk erg af bleek te leiden). Daarna begon ik zelf met consoles kopen, maar de Amiga bleef me altijd erg bij. En zoals deze documentaire laat zien ben ik niet de enige.
Van de geschiedenis van deze computer wist eigenlijk niets van tevoren en op dat gebied biedt The Amiga Years een uiterst compleet beeld daarvan en behandelt niet alleen het apparaat zelf, maar ook in welke tijd deze ontwikkeld werd en wat voor impact dat had. Door middel van interviews met mensen uit het hardwareteam krijg je een interessant beeld van de cultuur, maar ook wat de Amiga zo bijzonder maakte. Dit team was tijdens de CES, wat voor hun een “make or break” moment was nog bezig om de nu iconische springende bal te programmeren. De verschillende anekdotes zijn leuk om te horen, zoals het moment dat de Amiga aan het publiek gepresenteerd werd. Bij die presentatie zou Andy Warhol het tekenprogramma laten zien. Hij was van tevoren geinstrueerd dat hij een bepaalde functie niet moest gebruiken omdat de machine daardoor zou kunnen crashen. Toen hij dat toch deed hield iedereen z’n hart vast.
Maar niet alleen de ontwikkeling van de Amiga komt aan bod, ook de impact die het op diverse ontwikkelaars gehad heeft, de demo scene en natuurlijk veel beelden van de spellen. Met z’n lengte van 152 minuten kan de film ook de tijd nemen om elk onderwerp tot in detail te bespreken. En dat maakt het een documentaire die m’n hart weer even sneller liet kloppen en me weer terugbracht naar m’n jeugd. Een must-see dus als je met de machine bent opgegroeid.
From Bedrooms to Bilions: The Amiga Years is beschikbaar via Vimeo
Awesome! Deze docu ga ik kijken, want mijn eerste ervaringen met een (spel)computer was ook met de Amiga 500. Heerlijk systeem! Niets Nintendo en Super Mario, maar Dina Sisters. Of Rick Dangerous, Chip Challenge, Magic Serpent en Pinball Dreams. En och, wat een ergernissen als je met Copy80 aan de slag moest om een game te kopiëren. Gewoon awesome! 🙂
Ja, echt een aanrader. Giana Sisters heb ik ook gespeeld ja en Robocod 🙂
Copy80 gebruikte ik volgens mij niet, maar wel X Copy…en kan me daar geen ergernissen van herinneren…
Amiga FTW! Deze docu wil ik dan ook wel mee oppikken want deze spelcomputer krijgt niet de aandacht die het verdient.
Echt een must see als je fan bent. Van dezelfde makers is er ook gewoon “From bedrooms to billions” waar er gekeken wordt naar de coding scene. Die heb ik niet bekeken, maar als die net diepgaand is als deze kan die ook erg interessant zijn.
Pingback: From Bedrooms to Billions: The Playstation Revolution (2020) – Recensie | De Filmkijker