Het filmen van een onderwerp legt deze niet alleen vast, maar zal afhankelijk van het moment dat het bekeken wordt ook een bepaald gevoel geven. Als je nu naar bijvoorbeeld Taxi Driver kijkt dan volg je niet alleen het verhaal van Travis Bickle, maar krijg je ook een idee hoe New York er in de jaren zeventig uitzag. Als je nog veel verder teruggaat naar de eerste filmmakers, de gebroeders Lumière, dan geven hun eerste films je ook een bepaald gevoel. Nadat ze van de uitvinder Léon Bouly de patenten kochten voor de “Cinématographe”, die hij zelf niet verder kon uitwerken omdat hij niet de financiële middelen tot zijn beschikken had, ontwikkelden ze de eerste filmcamera. Op 19 maart 1895 maakten ze hun eerste film, waarbij ze eigenlijk alleen maar vastlegden hoe arbeiders hun fabriek verlaten. Veel van die eerste films gemaakt met deze camera legden dagelijkse momenten vast. De aankomst van een trein is daar waarschijnlijk de bekendste van. De beelden die je ziet zijn schokkerig, maar het is een belangrijke stap geweest om te komen op het moment waar we nu zijn.
Maar wat als je die eerste filmcamera ter beschikking zou stellen aan de regisseurs van nu? Wat zouden ze hiermee doen? En wat voor gevoel brengt dat teweeg bij de kijker? Dat is het idee achter deze film. De regels die ze hadden waren: De films mogen niet langer zijn als 52 seconden, er mag geen gesynchroniseerd geluid gebruikt worden en er mogen niet meer dan drie takes gedaan worden.
Maar liefst 41 regisseurs kregen de originele Cinématographe tot hun beschikking, waaronder Wim Wenders, Jaco Van Dormael, Liv Ullmann, Spike Lee en David Lynch. De film toont kort hoe elk van deze regisseurs omgaat met de camera en stelt een aantal vragen, zoals of cinema ooit dood zal gaan. Uiteindelijk zijn de resultaten natuurlijk het meest interessant en de aanpak omvat een heel scala. Sommigen leggen iets heel simpels vast (zoals Spike Lee die alleen het gezicht van een baby filmt), anderen proberen in die 52 seconden een heel verhaal te vertellen.
Over het algemeen levert dat niet altijd indrukwekkende films op, maar er zijn uitzonderingen zoals bijvoorbeeld van David Lynch die het uiterste uit die korte tijd haalt en iets in zijn typische stijl neerzet. Maar het is ook grappig om bekende acteurs als Alan Rickman en Liam Neeson voor zo’n oudere camera te zien staan. Na al die films te hebben gezien realiseer je je pas eigenlijk hoe de beelden er uit zien je gedachten je meteen sturen naar: “dit is heel oud”, terwijl je tegelijkertijd weet dat dat niet zo is. Het doet je nadenken over het medium en daardoor worden die allereerste beelden van de gebroeders Lumière ook bijzonder. Je realiseert je namelijk dat dit voor hen “cutting edge” was en door films van regisseurs van 21 jaar geleden (want zo oud is deze documentaire) te zien worden die eerste beelden ook meer naar het nu getrokken en voelen die 121 jaar ineens een stuk dichterbij.
Ik was ooit op weg om historicus te worden. Nog steeds vind ik geschiedenis enorm interessant. Ook ‘Lumière & Company’ spreekt me erg aan!
Zeker interessant om een keertje te zien!