Er zijn jaarlijks maar weinig films waarin er shots zitten die me weten verbazen. Momenten waarvan ik me of afvraag hoe ze gemaakt zijn of die me op visueel vlak overdonderen (maar dat is misschien een onderwerp voor een apart artikel). Wanneer je veel films kijkt ben je heel wat gewend en je hoopt inventieve beelden te zien die fris/nieuw aanvoelen. Initieel had ik geen idee dat Upgrade een titel zou zijn die zulke eigenschappen had. Het begint als een redelijk doorsnee science fiction verhaal, maar vanaf het bovenstaande moment kon ik niet wachten om te zien wat de film nog meer in huis had.
Grey Trace (Logan Marshall-Green) is een automonteur die eigenlijk niets te maken wil hebben met computers. Door ongelukkige omstandigheden raakt hij echter verlamd en verliest hij alles wat hem dierbaar is. Hij wil wraak nemen op degenen die hiervoor verantwoordelijk zijn en stemt toe om een nieuw implantaat te laten plaatsen. De chip, Stem, kan zijn lichaam aansturen en met hem communiceren. Het helpt hem om de mensen die hij zoekt te vinden en langzaam te ontdekken wat er gaande is.
Voor een film die volgens Wikipedia slecht een budget van 5 miljoen dollar heeft (wat in de filmwereld zeer weinig is), is er niets wat daar op wijst. Visueel ziet het er allemaal prachtig uit en wordt de futuristische wereld overtuigend neergezet met gelikte interfaces, zelfrijdende auto’s en pizza printers. Marshall-Green acteert uitstekend en overtuigt als een man die zelf verbaasd is over wat z’n lichaam allemaal kan als Stem controle neemt. Dat resulteert in een aantal zeer bloederige momenten die echter ook de nodige humor bevatten en daarom een genot zijn om naar te kijken. De manier waarop bijvoorbeeld de gevechten gefilmd zijn, waarbij de camera meebeweegt met Grey geven het een unieke dynamiek. Het plot dat draait om wraak is misschien niet origineel, maar wat deze titel om dat gegeven heen bouwt maakt het een film waarbij je uitkijkt naar wat er nog gaat komen. Je zou het simpelweg als een mix kunnen bestempelen van diverse science fiction en wraakfilms, maar daarmee doe je Upgrade tekort. Wanneer je alle elementen op deze manier weet samen te voegen en dat fris kan laten voelen, dan heb ik dat liever dan de zoveelste remake waarbij de originaliteit ver te bespeuren is.
Pingback: Venom (2018) – Recensie | De Filmkijker
Pingback: Mijn Filmjaar: 2018 | De Filmkijker