Er is een moment in The Meg dat de film, mocht het je nog niet opgevallen zijn, het wel heel erg duidelijk maakt dat het zichzelf niet al te serieus neemt. Jason Statham (die een expert speelt die mensen redt als ze vastzitten op de bodem van de oceaan) zwemt dan namelijk richting een enorme prehistorische haai terwijl hij “Just keep swimming” uit Finding Nemo zingt. Het is maar goed ook dat die toon er is, want dit is een monsterfilm dat gebaseerd is op een bizar idee. Een miljardair heeft veel geld geïnvesteerd om er achter te komen of de Marianentrog nog dieper is dan we dachten. De eerste missie om dat uit te vinden gaat niet zoals gepland en Jonas Taylor (Statham) wordt opgetrommeld om ze te redden. De groep komt er ook achter dat er op die plek de grootste haai die ooit heeft geleefd nog aanwezig is, een megalodon, die uit de diepte ontsnapt en mensen begint aan te vallen. Het is aan Taylor en de groep om de haai te doden.
The Meg is een project dat al meerdere keren gemaakt zou worden. In de jaren negentig kocht Hollywood Pictures de rechten, maar maakte uiteindelijk niets. In 2005 was New Line Cinema van plan het te maken met Jan de Bont achter de camera. Het zou uiteindelijk dertig jaar duren voordat deze titel uitkwam. Door de jaren zijn er veel films geweest die hun inspiratie haalden uit Jaws. Of dat nu slimme haaien waren in Deep Blue Sea, vliegende in Sharknado of meer realistische versies zoals in The Shallows of 47 Meters Down. Zulke films weten te vermaken omdat je als kijker weet dat er monsters aanwezig zijn maar geen idee hebt wanneer ze verschijnen. Dat is hier ook het geval en de momenten waarop The Meg verschijnt zijn het leukste. Je kijkt deze film niet voor het verhaal en wat er is weet vaak niet te overtuigen (zoals een romance tussen Jonas en bioloog Suyin (Bingbing Li) die geforceerd en ongeloofwaardig aanvoelt). Toch weten de acteurs de gekte te verkopen. M’n verwachting van deze titel was een leuke B-film en dat is precies wat deze film is. Leuk om te zien en meer ook niet.