Het leven zit vol vreemde momenten, waarbij je je soms afvraagt hoe toevallig iets kan zijn. De meest simpele beslissing kan bepalend zijn voor de rest van je leven, zonder dat je jezelf daarvan bewust bent. Dat is de boodschap die Life Itself je ook in je hart probeert te laten voelen, maar daar in plaats van een scalpel een slagersmes voor gebruikt.
De film start sterk. Een voiceover van Samuel L.Jackson beschrijft met de nodige (donkere) humor de karakters, maar al snel komt het concept van de “onbetrouwbare verteller” aan bod. Een concept waar de film mee doorspekt is. Dat kan een effectieve manier zijn om een kijker te boeien en werkte bijvoorbeeld zeer goed in Fight Club of een serie als Mr.Robot. Maar hier is het verhaal zo doordrenkt van verschrikkelijk deprimerende momenten in de levens van diverse generaties dat het nog maar moeilijk is om jezelf er door mee te laten voeren.
De film heeft een indrukwekkende cast, met onder andere Oscar Isaac, Olivia Wilde, Antonio Banderas en Annette Bening waar ook maar weinig op aan te merken valt, maar ze slagen er niet in om het ongelooflijke toeval dat steeds om de hoek komt kijken te doen vergeten. Dat is simpelweg een zwakte van het script.
Na het kijken heb ik nog opgezocht of Life Itself gebaseerd was op een boek, want dan had ik nog heel veel door de vingers kunnen zien. Helaas bleek dat niet het geval te zijn, waardoor het achteraf allemaal als erg geforceerd aanvoelt. Nee, als het gaat over hoe verschillende generaties effect op elkaar hebben dan kijk ik liever The Place Beyond the Pines en als het laat zien hoe situaties aan elkaar gelinkt zijn dan heeft Babel m’n voorkeur. Het film heeft z’n emotionele momenten, maar heeft er eigenlijk te veel om je op stille wijze echt iets te laten voelen.