Het science fiction genre is enorm breed, van superfuturistische werelden tot realistische omgevingen waarin alleen suggesties worden gewekt dat er iets bijzonders is. Het is die verscheidenheid waarom het één van m’n favoriete genres is, omdat het echt alle kanten kan opgaan. Ad Astra kiest voor de realistische aanpak en speelt zich in de nabije toekomst af.
Roy McBride (Brad Pitt) is één van de beste astronauten in U.S. Space Command. Een gesloten man met stalen zenuwen, van wie z’n hardslag nooit omhoog gaat, zelfs niet als hij zich in levensbedreigende situaties bevindt. Hij wordt benaderd voor een bijzondere missie. De aarde wordt geteisterd door mysterieuze energiegolven, die een enorme impact op het dagelijks leven hebben. Een mogelijke oorzaak hiervan is vastgesteld en Roy wordt benaderd om de gevaarlijke en geheime reis naar Mars te maken om uit te zoeken wat er aan de hand is. Een reis waarbij hij eerst met een commerciële vlucht naar de maan moet, om vanaf daar z’n missie verder uit te voeren.
Wat meteen opvalt aan Ad Astra is dat dit geen “flashy” science fiction film is, zelfs eentje waarin er zeer weinig actie zit. De actiemomenten die er zijn vallen zelfs een beetje uit de toon, hoe goed ze ook gerealiseerd zijn. De focus is op Brad Pitt’s karakter en door middel van voice-overs (die ik persoonlijk veel vond toevoegen), leer je meer over z’n gemoedstoestand. De reis die Roy doormaakt zit vol met onverwachte momenten en langzaam maar zeker leert hij zichzelf ook beter kennen en krijgt één van zijn uitspraken aan het begin van de film daardoor een hele andere lading. Regisseur James Gray zet hier een mooie, interessante film neer terwijl hij ook een antwoord probeert te geven op de vraag of we alleen zijn in het heelal.