Het aantal films (en daarmee uiteraard het aantal recensies) dat ik de afgelopen maanden heb gekeken blijft maar dalen. En dat is niet omdat er niets te kijken is, integendeel. M’n Netflix lijst is nog steeds enorm en ik blijf er titels aan toevoegen en m’n IMDb lijst van films die ik nog wil zien bestaat uit 379 titels. Toch zoek ik m’n ontsnapping aan realiteit een stuk minder in films. Gedeeltelijk omdat films me steeds minder vaak weten te verbazen en liever anderhalf a twee uur buiten loop in rustige gebieden, dan een nog groter gedeelte van de dag thuis te zitten. Toch was ik wel benieuwd naar de nieuwe film van regisseur Spike Lee. Je kan van zijn films veel vinden, maar ze zijn altijd uniek. Da 5 Bloods is z’n nieuwste en is nu beschikbaar via Netflix.
Het verhaal draait om 4 Vietnam veteranen die terugkeren naar het land om twee redenen: Ten eerste om hun omgekomen vriend en collega te vinden en naar huis te brengen en ten tweede om een lading goud die ze hebben verstopt op te graven om zo rijk te worden. Hun tocht brengt herinneringen naar boven, maar stelt ook hun onderlinge band en vertrouwen op de proef. De PTSD dreigt bij sommigen de overhand te nemen en hun verschillende idealen botsen regelmatig.
Alhoewel Lee een groot aantal onderwerpen de revue laat passeren en stijlen door elkaar mixt (soms met zeer confronterende/schokkende beelden uit de Vietnam oorlog), resulteren de verschillende onderdelen niet tot een groter geheel. Het had daardoor niet altijd op mij het effect wat de film voor m’n gevoel voor ogen had. Er zitten wel degelijk sterke momenten in, maar die worden dan afgewikkeld door situaties die je al lang ziet aankomen. Door die wisselingen in toon voelt het verhaal soms te kunstmatig aan. De cast is sterk en overtuigt, waarbij vooral Delroy Lindo de show steelt met z’n karakter Paul die worstelt met z’n verleden. Gebeurtenissen die hem voorgoed hebben verandert, waardoor hij onberekenbaar is. En toch leef je door de manier waarop Lindo hem speelt, met hem mee. Da 5 Bloods is duidelijk een film met een visie, alleen werkte de vorm waarop die overgedragen werd op mij onvoldoende.
Ik zet (bijna) nooit een film af, maar deze toch wel. Na een kwartier kijken was ik er klaar mee. Zwak acteerwerk, acteurs die ook hun 50 jaar jongere ik speelden en als toppunt de The A-Team-achtige eerste scene in het oerwoud. Ik wilde dat niet nog eens twee uur aanzien.
Het was een lange film en begrijp je punten helemaal. Die flashbacks had ik niet zo’n probleem dat ze de acteurs niet hadden verjongd, zelf de kleuren zagen er hetzelfde uit als je normaal in Vietnam beeld uit die tijd ziet, maar er was iets aan die beelden die het toch niet overtuigend maakten. Weet niet of dat nu was hoe de camera gebruikt werd, de framerate of dat het te clean was. Kon m’n vinger er niet op leggen.
Reacties zijn echt enorm verdeeld. Ergens wil ik hem zien i.v.m het momentum waarop Lee specifiek met deze film komt, maar tegelijk kan ik hem in z’n aangezette vorm volgens mij missen als kiespijn.
Ja, dat is me ook opgevallen. Sommigen zijn lovend, anderen juist niet. Zelf zit ik er een beetje tussenin. Het is inderdaad ivm het momentum interessant, maar aan de andere kant is hij wel een regisseur die dit soort onderwerpen (in andere vormen) vaker de revue laat passeren. Hij staat op Netflix, dus een kans geven is makkelijk en als het je niet bevalt kijk je zo weer iets anders.
Pingback: Wiren (2018) – Recensie | De Filmkijker