Er zijn bepaalde regisseurs waarvan je hun werk bijna meteen kan herkennen door de stijl die ze gebruiken. Michael Bay staat bekend om z’n gebruik van explosies, veel shots van schaars geklede vrouwen en een fel kleurenpalet. Quentin Tarantino herken je aan zijn dialogen en z’n eerbetoon aan andere films en zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen. De fan zal zulke kenmerken zonder problemen herkennen.
Eén van de meest herkenbare stijlen is die van Wes Anderson. Zijn films hebben een zeer specifieke look, waarbij de sets in een poppenhuis lijken te passen, vaak met felle kleuren en een gevoel van een andere tijd. Er zijn ook een aantal camerabewegingen die hij graag gebruikt, zoals deze lang één as te bewegen, waarbij de actie door muren heen gevolgd wordt. In plaats van te knippen tussen twee standpunten bij een gesprek, blijft hij filmen en draait hij de camera. Het is een techniek die je maar weinig bij andere regisseurs tegenkomt. De karakters in zijn films zijn ronduit uniek te noemen, vaak door zeer opvallende kleding en bijzondere karaktertrekken. Ik moet toegeven dat ik in het begin van zijn carrière geen fan van zijn stijl was. Het was moeilijk om een connectie met de verhalen te maken, maar met zijn laatste paar films zijn m’n gedachten op dat gebied verandert. De verhalen die hij vertelt zijn sterker geworden en daarom keek ik dan ook uit naar deze film, The Grand Budapest Hotel. Lees verder