Naast een fervent filmkijker te zijn, speel ik ook al games sinds de originele Pong machine. Eén van m’n favoriete game genres is altijd racegames geweest. Sinds het Indy spel op de Atari 2600 speel ik deze games al. Het is een genre dat zich door de jaren en hardware generaties snel heeft ontwikkeld. De eerste games waren nog onrealistisch en simpel, maar met de introductie van spellen als Gran Turismo en Forza, die meer een simulatie waren, was het mogelijk om het gevoel te krijgen dat je echt een auto aan het besturen was. Naast de realistische games bleven minder realistische racespellen, ook bekend als arcade racers, populair. Het ging bij deze games eerder om spektakel en spanning dan natuurgetrouw een auto nabootsen. Ook dit waren spellen die ik veel heb gespeeld (bijvoorbeeld Burnout en Split Second).
The Need for Speed games zijn binnen de arcade racers altijd uitermate populair geweest, waarbij er elk jaar wel een nieuw deel uitkwam. Zelf was ik echter nooit fan van de serie. De reden hiervoor is dat het spellen zijn waarbij je de rem maar weinig hoeft te gebruiken en er alleen snelle bochten lijken te bestaan. Ik vond ze simpelweg niet de uitdaging bieden waar ik naar op zoek was. The Need for Speed Shift spellen veranderden dit. Deze waren realistischer en toen ik deze eenmaal een kans gaf was ik verkocht.
Films die op games zijn gebaseerd hebben over het algemeen een slechte naam. Toen ik hoorde dat deze franchise de stap naar het witte doek ging maken keek ik er ook niet naar uit. Toch was er een kans dat het eindresultaat boeiend zou kunnen zijn. The Fast and Furious serie heeft in het verleden duidelijk bewezen dat films met een focus op auto’s erg vermakelijk kunnen zijn. Lees verder